vrijdag 1 augustus 2014

Koh Tao, Italië en Tilburg

'Helaas, deze bonuskaart is al zeker een half jaar niet meer geldig. Je kunt een nieuwe krijgen bij de infobalie'.
Re-integreren kan snel gaan wanneer je op zaterdagochtend in een niet nader te noemen supermarkt XL je boodschappen doet. De morning after, de dag na aankomst in Nederland. Maar voor het zover is nemen we jullie eerst mee terug naar een plek hier 9500 km vandaan.


"De Aardappeleters"

Bangkok deed ons wederom goed, want ondanks de politieke gebeurtenissen in de stad belette dit ons favoriete restaurantje niet om aan onze vraag naar gepofte aardappelen met vulling te voldoen. Werkelijk een hemels gerecht wanneer witte rijst met ei een tijd lang het alternatief is geweest. Een nachtbus en een catamaran brachten ons voor de tweede keer naar het eiland Koh Tao. De eilanders trekken zich niets aan van wat er in de hoofdstad gebeurt. De Seven Eleven (minimarkt) is nog steeds 24 uur per dag open, ook met avondklok. Wij liepen na aankomst in een rechte lijn naar de ons vertrouwde duikschool en boekten twee Advanced duikcursussen voor de volgende dag. De goedlachse 'Kiwi' zou onze instructeur worden. Deze Nieuw-Zeelander draagt de kreet 'No worries mate' elk moment van de dag met trots uit. Dat komt wel goed.
Onder water leerden we ons drijfvermogen en onze ademhaling beter onder de knie te krijgen, doken we naar 30 meter diepte, navigeerden we, bezochten we een afgezonken scheepswrak en maakten we een nachtduik. Deze cursus gaf niet alleen meer 'diepgang', het zicht was ook stukken beter dan de vorige keer en het zeewater was net zo warm als de temperatuur boven water. Tot Kiwi's vermaak was Marianne nogal onder de indruk van twee 1,5 m lange Goliath Groupers. Ruben was meer gefocust op zijn ademhaling, en opgelucht zag hij zijn zuurstofverbruik drastisch teruglopen. Na vijf onvergetelijke duiken van gemiddeld 45 minuten mochten we ons met trots Advanced Open Water Divers noemen.


Onze Crystal duikboot

We verbleven nog een week op het eiland, en zagen tijdens het snorkelen reuzegrote zeeschildpadden. Vooral het moment dat ze hun kop boven het oppervlak steken om adem te halen is wonderbaarlijk om te zien. Jammer dat het voor vissers meestal niet alleen bij kijken blijft. Dat de soort die wij zagen 'Soepschildpad' heet, zegt genoeg. Minstens zo mooi waren de jonge zwartpuntrifhaaien die naast ons zwommen. Toen we ook hun mama ontmoetten, knepen we 'm wel even.


A room with a view

Snorkelen in de voortuin

Weemoedig, maar toch ook blij dat we deze formidabele reis hebben kunnen maken, zaten we op het dek van de boot die ons terug naar het vasteland voer. Het waaide zo hard dat onze hoofden haast van onze rompen afwaaiden, en de regendruppels voelden als speldenprikken. Maar we genoten ervan. Rustgevend om over zee te turen en de buien in de verte te zien hangen, terwijl vliegvissen vliegensvlug wegvluchtten.

Onze laatste avond in Azië had niet beter kunnen zijn. Drie maanden lang liepen we elkaar steeds net mis. Maar Kevin en Jennifer, onze Schotse vrienden die we eerder in Laos hadden ontmoet, waren uitgerekend nu ook in Bangkok. Zij namen Cristian en Carmen mee, een Chileens stel. En zo zaten we met zes leeftijdsgenoten (4x28, 27 en 29) urenlang te kletsen bij een straatbarretje. Een magische avond. Want hoezeer de landen waar we vandaan komen van elkaar verschillen, toch groeiden we in dezelfde tijd op en stoeien we met dezelfde levensvragen. Niemand leek onze wereld op dat moment beter te begrijpen dan dat wij elkaar begrepen.

Generatie Y

De oude taxichauffeur keek erg blij toen we hem een flinke fooi gaven. Die Thaise Baht zouden we de komende jaren toch niet meer nodig gaan hebben. Opgevouwen in onze vliegtuigstoelen probeerden we die nacht zoveel mogelijk slaapuren te pakken, alvorens we de volgende ochtend in Rome aan zouden komen. Dit lukte natuurlijk niet echt. De opwinding om weer terug in Europa te zijn won het van de slaap. En tegen de tijd dat we voet aan de grond zetten, waren we klaarwakker. Wel typisch: maandenlang hadden we ons in Azië goed kunnen redden met Engels. Op het treinstation bij de internationale luchthaven van Rome ging dat echter maar mondjesmaat. Zodoende werden we onderweg naar Magione bekeurd, niet wetende dat we de tickets die we zojuist bij de klantenbalie voor deze trein hadden gekocht, hadden moeten afstempelen. Welkom in Europa.

Vlakbij het Trasimeense Meer logeerden we een week bij een agriturismo. Ooit (217 v. Chr.) woedde hier oorlog, toen Hannibal met zijn leger de Romeinen in de pan hakte. Later (1245) vertrok Giovanni Da Pian del Carpine vanaf hier per ezel naar Mongolië. Maar wij, Ruben en Marianne (2014), kwamen hier voor de rust. Gelegen op een heuvel tussen olijfbomen en uitkijkend op een rustiek dal ergens in Umbrië, lieten wij ons meevoeren in het tempo van het Italiaanse landleven. Met als hoogtepunt de 1-5 overwinning op Spanje tijdens het zojuist losgebarsten WK.

Voor schoonheid en historie hoeft je echt niet per se naar Azië. De mooiste stadjes lagen voor ons op steenworp afstand zoals Arezzo, Perugia en Assisi. Met als voordeel dat we ons hìèr, in het voorseizoen, eens niet in mensenmassa's begaven. Na een aantal nachten in Perugia verruilden we deze stad voor het machtige Rome. René en Barbara, de ouders van Marianne, kwamen ons daar opzoeken. Samen genoten we van La Dolce Vita en Rome. Nederland kwam steeds dichterbij. Toen René en Barbara na een weekend vertrokken hadden we nog een paar dagen in La città eterna. In een oranje massa van Nederlandse toeristen, expats en studenten keken we de voetbalwedstrijd Nederland- Australië. De rest van de dagen spendeerden we voornamelijk met het evalueren van de reis, filosoferend over het leven en de toekomst.

In de voetsporen van Franciscus

Op het kleine vliegveld van Eindhoven werden wij op 27 juni groots onthaald. Een feestelijke middag met naaste familie in Vught  werd gevolgd door het echte thuiskomen in ons Tilburgse stulpje. Daar was hard gewerkt door Marianne's ouders, oom en tante. Het bed en ontbijt stonden gebruiksklaar. Net als onze vrienden die dezelfde avond op de stoep stonden. Gezelligheid nam het over van vermoeidheid en we ouwehoerden tot in de kleine uurtjes. We voelden ons meer dan welkom.

Precies een jaar geleden vertrokken we naar Moskou en na vele omzwervingen zijn we alweer een maand terug in Nederland. De eerste dagen gaven een flinke adrenalinekick. We zagen onze vrienden en familie weer, nieuwe baby's en nieuwe huisjes. Ondertussen zijn we aardig geland.


"At the end of hours of train-dreaming, we may feel we have been returned to ourselves - that is, brought back into contact with emotions and ideas of importance to us. It is not necessarily at home that we best encounter our true selves." - Alain de Botton

zondag 25 mei 2014

Cambodja

Cambodja, het laatste nog onbekende land dat we deze reis zullen bezoeken. Terwijl we de grens overstaken realiseerden we ons meer dan ooit tevoren dat het einde van ons avontuur nadert. Gemengde gevoelens kwamen los. Het wordt tijd om naar huis te gaan en het is fijn al onze vrienden, familie en jonge telgen (in wording) te zien. Voordat we in de vergetelheid raken, gezien het tanende bezoekersaantal van onze website. Aan de andere kant komt er een einde aan een wonderlijk jaar waarin we maximaal geleefd hebben. Maar we hebben nog even!


Van de ene verschrikking naar de andere. Nadat we in Saigon sprakeloos werden van de fototentoonstelling in het War Remnants Museum over de gruwelijkheden van de Vietnamoorlog (denk aan bombardementen, moordpartijen en Agent Orange slachtoffers) bezochten we in Phnom Penh de 'Killing Fields' en het S-21 museum, ook bekend onder de naam Tuol Sleng.

Cambodja kent een bloederige geschiedenis. Wat wij zagen ging voornamelijk over de genocide tussen 1975 en 1979. De leider van de Rode Khmer, Pol Pot, was in zijn studietijd in Frankrijk geïnspireerd geraakt door het Maoïsme en wilde van Cambodja een communistische heilstaat maken. Zijn 'Democratisch Kampuchea' moest zelfvoorzienend worden, en het hele land veranderde in een werkkamp. Velen stierven onder de erbarmelijke omstandigheden. Plattelandsjongens werden met propagandistische leugens overgehaald om zich als soldaten in te zetten.

P.P. - geen commentaar

Stadsmensen, religieuzen, etnische minderheden, intellectuelen en ieder ander persoon dat ook maar een bedreiging leek, zoals mensen met brillen, werd gevangen genomen. Bijvoorbeeld in S-21, ooit een school, toen omgetoverd in een gevangenis en martelhuis. Gevangenen werden vreselijk gefolterd om ze te dwingen tot een verzonnen bekentenis. In het tegenwoordige museum zagen we het documentatiewerk van de Rode Khmer. Foto's van doodsbange levende mensen en doodgemartelde personen.

Een martelkamer

Na de bekentenis werden ze, als ze nog leefden, vervoerd richting de Killing Fields. Onder revolutionaire muziek, om het geschreeuw te dempen, werden ze dan alsnog afgemaakt. Kogels waren te duur, dus schedels werden ingeslagen. Baby's werden, onder toeziend oog van hun moeders, tegen een boom kapot geslingerd voordat ze in de massagraven werden gegooid. Terwijl je rondloopt op deze plek des onheils zie je nog steeds botjes en kleding van slachtoffers naar boven komen. Vooral na een regenbui.
De Killing Fields bij Phnom Penh is slechts één van de vele in Cambodja. In totaal wordt er geschat dat er tussen de 1.7 en 2.5 miljoen mensen zijn afgeslacht.

Een zielenhuisje bij de K.F.

We waren met stomheid geslagen toen we de details van deze wrede tijd hoorden. Maar waar we daarnaast ook versteld van staan is dat na de bevrijding in 1979 door Vietnam de Rode Khmer nog steeds aan de macht bleef. De Verenigde Naties zagen de Rode Khmer tot ver in de jaren '90 als regering en ontkenden de genocide. En als we de lokale bevolking mogen geloven is er tot op de dag van vandaag nog totaal geen sprake van een democratie.

Tijd voor iets luchtigers. Een verplaatsing naar het eiland Koh Rong Samloem zorgde ervoor dat we weer even op adem konden komen. Dagen lang deden we niets anders dan eten, op het strand liggen, verkoeling zoeken in zeewater van 30 graden en 's nachts wegzweten in ons hete tentje aan het strand. Voor de afwisseling, en omdat het alweer even geleden was, testten we onze duikvaardigheden tijdens twee fundives. Toen onze huid na maanden reizen eindelijk een beetje kleur kreeg (we zweren bij factor 50) verplaatsten we ons naar Kampot.

Koh Rong Samloem

Onze waterrat

Zeemeermarianne

Per scooter verkenden we Bokor National Park. Een hoogvlakte waar de Fransen vroeger, en wij nu, verkoeling zochten. De weg steeg door een groene omgeving naar 1000 meter hoogte. Een flinke klus voor onze scooter. Aangekomen op de top, waar onder andere een luxe megacasino en een oud Frans kerkje staat, zat ons benzinemetertje duidelijk in het rood. Voor Ruben geen reden tot paniek. Als ervaren fietser bracht hij de scooter met passagiers behendig weer naar beneden, met de motor uit. Gratis kilometers!

Bokor berg

Een helse verplaatsing naar Siem Reap. Vijftien busuren voor een afstand van 464 km. Maar omdat we ons er mentaal op voorbereid hadden, arriveerden we opgewekt in ons comfortabele hotel. Siem Reap is de uitvalsbasis voor de wereldberoemde tempels van Angkor. Fietsfanaten die we zijn, hebben we ons drie dagen rond laten rijden in een tuktuk. We vonden het graag onverantwoordelijk om de temperatuur van 40 graden te befietsen. Bij sommige tempels was het 'Eftelinggehalte' hoog. Een sprookjesachtige setting en hoge bezoekersaantallen. De Tomb Raider (Ta Prohm) tempel is hier een voorbeeld van. Menselijke creaties overwoekerd door natuur. Ontzagwekkend om te zien waren ook de tempels Angkor Thom met zijn vele gezichten en het roodkleurige Banteay Srei, de vrouwentempel, met verfijnde inkervingen en wandsculpturen. Andere exemplaren deden ons soms denken aan de klassieke architectuur in Europa, vanwege de zuilen. Sommige waren gewoonweg verlaten, wat een serene stilte creëerde. Een voortreffelijke afsluiting van Cambodja.

Thom en Thomas

Efteling

Marianne's mooiste glimlach bij Banteay Srei

Papayaboom

Gisteravond, op 24 mei, zijn we aangekomen in de tevens serene straten van Bangkok. Dit vanwege de avondklok die hier door het leger is ingesteld. Bizar om deze anders zo levendige stad zo mee te maken. Overdag is alles echter vrij normaal. Al zien we wat meer groen op straat. Momenteel dus nog niets om jullie zorgen om te maken. Over een paar dagen zullen we de diepe wateren van Koh Tao weer gaan verkennen. We willen ons duikbrevet uitbreiden naar advanced, voordat we op 9 juni naar Italië vliegen. 

En toen kwam er een olifant met een hele lange snuit...

zaterdag 17 mei 2014

Vietnam

De grensovergang van Laos naar Vietnam hebben we per 11 april 2014 verkozen tot `vriendelijkste grensovergang` van onze reis. Alle buitenlandse toeristen werden van harte welkom geheten en kregen persoonlijk reisadvies over hun vervolgroutes.
Dien Bien Phu, de plek waar de Fransen in 1954 een genadeloos en beslissend pak rammel kregen, stond helaas in groot contrast met de grensovergang. Tjokvolle hotels, of er werden zonder blikken of blozen buitenproportionele prijzen gevraagd voor muffe, raamloze gevangeniscellen. Dus dit is Vietnam? We besloten niet langer tijd te verdoen met het zoeken naar een acceptabele slaapplek. Een luxe slaapbus met karaoke en lichtjes in alle kleuren bracht ons in één keer door naar de hoofdstad Hanoi.

In Hanoi zagen we gelukkig het sfeervolle Azië uit onze verbeelding. Het leven op straat, markten en straatverkopers. En een wirwar van electriciteitskabels en scooters. `s Avonds vullen de toch al nauwe straatjes zich met straatbarretjes waar je voor 50 cent een biertje koopt en de georganiseerde chaos vanaf een klein plastic krukje kunt aanschouwen.


Dat verdient een bloemetje

Drie bussen en een boot brachten ons van Hanoi naar Cat Ba eiland. Wie verder kijkt dan de Aziatisch sjieke boulevard van Cat Ba Town, ziet een hoop leven op het water. Vissersdorpjes gebouwd op deinende vlotten drijven in de baaien. We zagen de vissers thuiskomen en hun eten bereiden, terwijl de plaatselijke SRV-boot de laatste ingrediënten leverde.

Een vaste ankerplek

'Twee flessen melk en een kilo piepers graag'

Tweederde van het eiland is omgedoopt tot Cat Ba nationaal park, waar wij een ultieme tocht door het dichte, groene woud maakten. Vijftien kilometer klauterend over hoge kalkstenen rotsen liet ons zweet rijkelijk stromen. Ondertussen slokten wij de overweldigende natuurpracht met grote teugen op.

De Groene Vallei

' Daar gaat ze' 

Van het ene park naar het volgende. We begaven ons naar de grotten van het Phong Nha - Ke Bang nationaal park. Volgens vele reizigers een schande om te missen. Inderdaad, want Phong Nha Cave en Paradise Cave moeten toegevoegd worden aan de onbetwiste hoogtepunten van onze reis. De door de aarde gecreëerde eeuwenoude kunstwerken waren betoverend. Paradise Cave, pas in 2011 geopend voor toeristen, leek wel een ondergrondse megakathedraal, ondersteund door metershoge zuilen van versmolten stalagnieten,- en tieten. We raakten er maar niet op uitgekeken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de prachtig bebosde zigzagwegen waar we doorheen scooterden om er te komen.

Vergroeid met elkaar

'Kiek 'm stoan'

'Kiek 'm goan'

In de keizerlijke stad Hue bezochten we de verboden stad van de Nguyen-dynastie.
Van Hue naar de historische toeristentrekpleister Hoi An. Ook hier duidelijk een Franse stempel. We slenterden door de kleine straatjes met mosterdgele huizen, waar we ons vol propten met lokale gerechten. Na maanden van bossen en bergen, bevonden we ons ein-de-lijk weer eens op het strand. Marianne had daar ondertussen een haast onhoudbare honger naar opgebouwd. Het An Bang strand bij Hoi An bood alles wat ze nodig had. Franse aardappelsalades en ligbedden. In de namiddag zagen we hoe de kleine aantallen westerse toeristen vredevol werden overspoeld door de lokale bevolking die, als het gevaar van de zon is geweken, graag hun avondmaal gezamelijk aan zee nuttigen.

Het oude centrum van Hoi An

Megapicknick in opbouw

Er ligt een 1726 kilometer lange spoorrails van Hanoi tot Ho Chi Minh City (door ons liever Saigon genoemd), aangelegd tijdens de Franse overheersing. Wij legden hiervan 935 kilometer af. Van Danang tot Saigon. Een aangename afwisseling na diverse volgepakte (nacht-)bussen. We hadden ons nog maar net in onze coupé geïnstalleerd, toen onze Vietnamese overbuurman met een biertje voor Ruben aankwam. 'Yo!'; vereenvoudigd Vietnamees voor proost. Voor Marianne had hij een goedbedoelde mok slootwaterthee meegenomen. Vrouwen drinken toch geen bier? Verder konden we geen woord met de beste man wisselen, maar soms is het uitwisselen van blikken (bier) genoeg.
Na een fatsoenlijke nachtrust bereikten we ons eindpunt om 5:00u 's nachts. Prachtig om te zien hoe zo'n stad langzaam ontwaakt. Mensen openen hun handeltjes of staan massaal in het park voor de ochtendgymnastiek. Een enkele dronken toerist waggelt met zijn laatste blikje hoop naar zijn hotel. 

Een aantal uren verstreken terwijl we zochten naar accommodatie. Als een reddende engel stond daar plots Ms. Yang. Vol enthousiasme begon ze over haar homestay te vertellen. 'You will not regret it!' Ruben was verkocht. Niet alleen door de woorden, maar vooral door haar vriendelijke voorkomen. Haar twee zussen en neefjes verwelkomden ons hartelijk. We werden behandeld als familie, met als hoogtepunt de authentieke Vietnamese maaltijd, bereid door de drie gezusters. De plannen die we nog hadden voor zuid-Vietnam lieten we de Mekong Delta in varen. We hadden het tè goed. We bleven een week. 

De oudste zus was in tranen toen we op 6 mei de bus naar Cambodja namen. Eigenlijk hadden we het er alle zeven wel moeilijk mee. 'Wanneer komen jullie weer naar Vietnam?', vroeg het neefje nog.

Onze engel Ms. Yang

woensdag 30 april 2014

Laos

Ruben was er helemaal klaar mee. Rijst kwam hem de strot uit! En daarmee eigenlijk de hele (rijst)cultuur van Zuidoost-Azië. Gedachten dwaalden af naar westerse plekken, zoals Canada of Amerika. Het klonk ons verleidelijk in de oren. Maar laten we even met de beide benen op dit stuk aarde blijven. Met frisse tegenzin vertrokken we per trein vanuit Bangkok richting Laos.  

Na een nacht aan de Thaise kant van de machtige Mekong staken we de volgende ochtend de rivier over, en daarmee de natuurlijke grens. Al snel verraste Laos ons op een manier die we niet hadden verwacht. De groene natuur imponeert, het karstgebergte is hier mooier dan ooit en de hectiek van civilisatie en massatoerisme blijft vooralsnog uit. En niet onbelangrijk (voor glutentolerante mensen): Franse baguettes!   

Bridge on the river Nam Song

In het beroemde `tube-paradijs` Vang Vieng probeerden we ons in eerste instantie te distanciëren van de rugzaktoerist. Maar er was geen ontkomen aan, en ook wij besloten deel te nemen aan het omstreden `tuben`. Een activiteit waarmee men in een rubberen band met de stroom mee de rivier afdrijft. Van de ene bar naar de andere. In een mum van tijd werden we hier ondergedompeld in de hedendaagse backpackercultuur. Amper 12:00 uur: losgeslagen jongeren stormden als hongerige wolven af op de goedkope drank en bijbehorende gezelschapsspelletjes. Ons motto van de dag werd: 'go with the flow'. Met een biertje in de hand lieten we ons afdrijven in het ondiepe water. Genietend van een weldaad aan natuurschoon, in plaats van een overdaad aan alcohol.

Meer dan alleen tuben; Vang Vieng
De Fransen hebben tijdens hun kolonialisme duidelijke sporen nagelaten. Zo doet het prachtige stadje Luang Prabang met een beetje fantasie Mediterraans aan. Inclusief wijn en haute cuisine restaurants. Had ik al iets over baguettes gezegd?

Uitzicht over Luang Prabang

Kuang Si falls

In het noorden verbleven we een aantal dagen in Muang Ngoi Neua, een dorp aan de rivier Ou. Geluidsoverlast wordt daar in de ochtend veroorzaakt door hanen. In de middag door sterke mannen uit het dorp die in hun megaroeiboot trainen voor de befaamde jaarlijkse wedstrijd. Of door stoere vrouwen die hun favoriete nummer even keihard uit de speakers laten knallen. En in de avond... eigenlijk door niets, want Laotianen gaan vroeg naar bed, en toeristen worden vriendelijk verzocht zich daaraan aan te passen. Prima dus voor slaapkop Marianne. We ontspanden ontzettend. Het enige dat we naast eten en drinken ondernamen was een wandeling naar schuilgrotten, die door de plaatselijke bevolking ooit gebruikt werden ten tijde van de 'Secret War'. Van 1965 tot 1973 bombardeerden de Amerikanen noordoost Laos elke acht minuten. Tweemiljoen ton aan bommen, waarvan slechts tweederde is ontploft. Bang als ze waren dat de communisten elkaar van wapens voorzagen via de 'Ho Chi Minh Trail'. Tragisch. 

Testosteronbommen

Ravensburger legpuzzel, 1000 stukjes

Het alledaagse leven

Een fantastische lokale boot voer ons over de Ou stroomopwaarts van Muang Ngoi naar Muang Khua. Een stadje waar we een dag moesten wachten op de bus naar Vietnam. 

Effe naar de AH to go geweest
Daar start ons volgende verhaal, waarover later meer.




Verder hebben we nog goed nieuws voor de aftellers. Over 58 dagen zullen wij weer voet zetten op Nederlandse bodem. Op 27 juni vertrekt ons vliegtuig vanuit Rome naar Eindhoven. Rome?!? Ja, Rome, de mooiste stad van de wereld! We realiseren ons dat we niet eeuwig weg kunnen blijven, vandaar dat we 2,5 week de tijd nemen voor acclimatisatie in de eeuwige stad. Tot snel!

Marianne live bezig aan ons blog


woensdag 26 maart 2014

Nepal

Nog voordat we landden in Kathmandu begon de opwinding. Vanuit het vliegtuigraam zagen we het besneeuwde dak van de wereld al liggen: de Himalaya. Haast op vlieghoogte! Deze bergtoppen zouden een sleutelrol gaan spelen in onze Nepalreis.
Om een voorbeeld te geven: normaal gesproken leer je in een vreemde taal eerst de woorden hallo, ja en nee. In Nepal ligt dit anders. Namaste kennen de meesten wel. En vervolgens leerden we mati mati, tollo tollo en tirsu. Omhoog, omlaag en vlak. Waarbij 'vlak' weer niet te letterlijk genomen moet worden, en begrepen moet worden als 'een beetje omhoog, en een beetje omlaag'. Tot zover.

Namaste oma, een nieuwe zonnebril voor jou
In het mierennest Kathmandu, of beter gezegd de toeristische wijk Thamel, boekten we een gids/drager en kochten we de nodige onechte North Face-uitrusting voor onze trekking door het Annapurnagebied. Twee dagen na aankomst vertrokken we per 'luxe' minivan naar Besi Sahar. Het startpunt van het Annapurna Circuit. Volgens onze reisagent zou deze minivan een stuk comfortabeler zijn dan de bus. In Nederland zouden er 12 mensen in passen. In Nepal 19. Sindsdien zweren we bij de bus.

Onze drager Som bleek een eerlijke en trotse Nepalees die zich om ons welzijn bekommerde. Zonder zichtbare ongemakken sleepte hij een van onze backpacks de bergen door; het meeste gewicht dragend via zijn hoofdband. Vanuit een lenteachtig rivierdal veranderde de omgeving langzaam in een sprookjesachtig winterlandschap. Het werd ook kouder. En boven de 3000 meter werd klimmen een kwestie van het constant houden van je ademhaling en je hartslag om niet binnen enkele meters naar adem te moeten snakken.
Hier was alles nog pais en vree
Het dreamteam onderweg naar boven
Upper Pisang, een van onze overnachtingsplekken
Ruben: 'Die wil ik ook!'
De laatste nacht voor de grote oversteek van de Thorung-La Pass sliepen we op een hoogte van 4833 meter. Ter vergelijking: Europa's hoogste berg, de Mont Blanc, meet 4811 meter. Een hoogte waarop we slechts konden hopen om geen last te krijgen van hoogteziekte. We zouden in dat geval niet de eerste zijn die per helikopter terug naar Kathmandu wordt getransporteerd. Ook het oversteken van de pas zelf zou niet zonder gevaren zijn. Een week ervoor had de dood nog een bezoekje gebracht, en een lokaal slachtoffer geeist.
We're flying High Camp (4833m)
Ons gelegenheidsteam bestaande uit Som, Gary, Greg, de Duitse Michael, Ruben en Marianne liet zich niet kennen. Om 5:40u, nog voor zonsopkomst, begonnen we als de eersten van vandaag aan de koninginne-etappe. Dit bracht een extra hindernis: het pad moest opnieuw worden gevormd, nadat de wind het pad van de vorige dag onzichtbaar had gemaakt. Er heerste een ijzige stilte, slechts af en toe onderbroken door Marianne's notie dat haar tenen en vingers in ijsklompjes veranderden. En Ruben's antwoord daarop. 'Doorlopen!' De eerste zonnestralen brachten een hemels kleurenpalet. Ruben kon een gelukzalige glimlach niet onderdrukken. Marianne's blik daarentegen verried pure angst. Een misstap in deze verraderlijke witte duinen zou fataal zijn.

5:43 AM
6:42 AM
Om 8:20u lachtte Marianne dan toch ook. We stonden op het hoogste punt van de pas, 5416 meter. Euforie ten top! Na de nodige foto's sommeerde Som ons om de afdaling in te zetten voordat de zon de sneeuw in een ijsbaan zou veranderen. Dit afdalen door een meter sneeuw duurde lang en was zwaar. Dus toen Ruben een mogelijkheid zag om stukken te glijden, grepen we die met beide handen aan.
Aan het begin van de middag bereikte ons reisgenootschap de rustplaats met de Lord of the Rings-achtige naam Muktinath. We betrokken een herberg en dronken een overwinningsbiertje. Wat een dag!

Top of our world!
Het was me een tochtje wel...
In totaal liepen we twaalf dagen. Van Syange naar Jomsom. En van Ghasa naar Tatopani. Het stuk van Besi Sahar naar Syange legden we per jeep af. Van Jomsom naar Ghasa per lokale bus. Zo'n busrit mag best een ervaring genoemd worden. Het gaf wat extra jeu aan Marianne's verjaardag, dat is zeker. Zo zaten we op de achterbank van een overvolle bus, terwijl hindimuziek uit de speakers knalde en we in de bagageruimte onder ons een ram heen en weer hoorden botsen. Het arme beest kwam helemaal versuft de bus uit gevallen. En wij eigenlijk niet anders.  

Mapke
In de stad Pokhara was het heerlijk bijkomen. Op 16 maart vierden we er bovendien het holifeest. Dit Hindoefestival geeft het einde van de donkere winter aan. Een overwinning van het goede op het kwade. En een dag om te vergeven. Voor ons was het vooral een absurde dag van gooien met verf en water en feesten met de geweldige Nepalese bevolking. 'Happy Holi!' Een week later zat de verf nog in Ruben's haar.

Tijdens ontbijt/voor de lunch
Die winkel erachter heeft er echt helemaal niets mee te maken
I love Pokhara
Chitwan is een nationaal park in het zuiden van Nepal. Net zo vlak als Nederland. Maar met het verschil dat hier vele (exotische) dieren wonen. Om de natuur niet te zeer te verstoren verkozen we de benenwagen boven een jeepsafari. Een hete dag lang liepen we door het park, en zagen we neushoorns en krokodillen baden. En herten en apen lopen. Ons jungleavontuur sloten we af met een overnachting in een uitkijkpost. Want 's avonds komt de dierenwereld pas echt tot leven. We genoten van een jungleconcert. En laat ons gewoon in de waan dat we 's nachts bij maanlicht echt een tijger of jachtluipaard hebben zien sluipen. Of kan een wild zwijn ook katachtig lopen?

Neushoornbubbelbad
We lazen in een reisgids dat mensen de eerste keer naar Nepal komen om de bergen, en later terug willen om de mensen. Wij zijn het hiermee eens. Zo'n bergtocht werkt verslavend. De kick die het geeft wanneer je je 'doel' bereikt hebt. Maar de gastvrijheid van het land maakt de ervaring onvergetelijk. En doet je nog een bord Dal Bhat bestellen.

Traditioneel Nepalese keuken
Nog iets. We namen in Kathmandu afscheid van Greg. Onze kiwivriend liet zijn hart achter in Nepal, waar hij zijn Nederlandse liefde ontmoette. Het onvermijdelijke afscheid was vreemd, na drie maanden samen gereisd te hebben. Met alleen Gary namen we de vlucht terug naar Bangkok, met een tussenstop van 17(!) uur in Delhi. Gelukkig konden we door het betalen van wat baksheesh (smeergeld) 11 uur lang in een lounge vertoeven, en eten en drinken wat we wilden. Gooi daar de wedstrijd Real Madrid - Barcelona bovenop en het wachten is lang niet zo'n ramp meer.

Laatste avond samen!
We wachten nu op onze visa voor Vietnam. Zodra deze binnen zijn, zal ook afscheid van Gary volgen. En reizen wij weer samen verder gaan richting Laos, Vietnam en Cambodja. Dat wordt vast weer even wennen met z'n tweeen, maar we zijn er ook wel aan toe.